Column Eline Een potje Mariokart op de Zuid-Afrikaanse snelwegen

Een potje Mariokart op de Zuid-Afrikaanse snelwegen

door Eline Verheij

‘Is dat niet levensgevaarlijk?’ Al vertrek ik nu voor de zesde keer naar Zuid-Afrika, ik krijg steeds weer deze vraag in m’n schoot geworpen. En dan: ‘Twee vrouwen, helemaal alleen in zo'n gevaarlijk land… Je bent leven toch niet zeker na zonsondergang?’ Vraag dat maar aan de impala’s, denk ik dan.

Iedere keer probeer ik mensen gerust te stellen. Dat ik voorzichtig zal doen. Dat, zolang je je gezonde verstand gebruikt, je meer kans hebt op een leuke vakantie dan op een levensbedreigende situatie. Maar goed, ik kan moeilijk zeggen dat er helemaal géén gevaren zijn. We lezen allemaal de krant.

Maar het grootste gevaar (of misschien voel ik me er wel als enige onveilig bij) is het verkeer. Niet het links rijden is het probleem. (Linksaf kLeine bocht; Rechtsaf gRote bocht). Niet de (tol)wegen zijn het probleem. (In elk geval een minder groot probleem dan in het zuiden van België!)

Kijk even met me mee naar mijn reis van het Krugerpark naar Tambo International Airport. Ik rijd op een weg (N4) met twee banen, van Komatipoort richting Pretoria. De voertuigen rechts van mij rijden in tegenstelde richting, alleen gescheiden door een witte streep. Links van mij bevindt zich een gele streep en daarnaast een zeer smalle strook, vergelijkbaar met onze vluchtstrook. Het is hier erg bergachtig, veel op en neer, veel bochten. Weinig zicht ver vooruit. Zie je het voor je?

Ik rijd daar met mijn kleine huurauto achter een vrachtwagen aan die uitpuilt van de boomstammen. De vrachtwagen kruipt omhoog.

Nu is het in Zuid-Afrika een ongeschreven regel dat het langzame verkeer zoveel mogelijk op de vluchtstrook moet rijden, zodat sneller verkeer de kans heeft om in te halen. Deze vluchtstrook dient echter ook als wandelpad, fietspad, pechstrook en graasgebied voor loslopend vee. Niet voor niks rijden steeds meer wagens rond met de sticker ‘No yellow line crossing’, want dit levert gevaarlijke situaties op.

Ik heb drie paar ogen nodig om alles in de gaten te kunnen houden. Ik moet dus op mijn eigen weghelft letten, schakelen (met links) én de vluchtstrook in de gaten houden: dat er maar geen mensen, geiten of auto’s plotseling opdoemen.

Daarnaast ben ik met de baan rechts van mij bezig: of iemand me niet via die baan probeert in te halen of dat dáár opeens drie auto's naast elkaar rijden. Geregeld rijdt er namelijk een auto op de vluchtstrook, een andere op de gewone baan en haalt er ook nog eens iemand deze twee auto’s in. Tot slot moet je in de gaten houden dat er niet iets van de vracht verloren gaat en je voorruit zal treffen.

Ik snap echt dat mensen hun geduld verliezen als je vele honderden kilometers moet afleggen en dan uren niet harder kan doordat er een volgeladen vrachtwagen voor je rijdt. Kruip je zo uren door de bergen zonder veilige mogelijkheden om ze in te halen. Dan moet het dus maar op een onveilige manier.

Het ging steeds weer goed, gelukkig. Maar ik kan me voorstellen dat hier veel doden in het verkeer vallen. Je kan geen kant op.

En, echt, op sommige wegen bevind je je opeens in een spelletje van Mariokart. Klaar voor de start, en: je moet gaten in de weg vermijden, de afgrond naast je is diep, de dieren langs de weg moet je ontwijken en je moet uitkijken dat degene voor je zijn lading niet op je afvuurt. Helaas zit je tijdens dit spel echter niet veilig achter je beeldscherm, maar in een 120 kilometer per uur rijdende auto!

Ik sterf al zeven doden wanneer ik toekijk hoe mensen vlak voor een bocht besluiten er wél langs te kunnen of heuvelopwaarts tóch proberen via de tegenliggersstrook een positie op te schuiven en hierbij anderen afsnijden om tóch nog op tijd op hun eigen rijstrook terecht te komen.

Ik voel me Princess in de kinderwagen terwijl ik omgeven ben door Bowsers in terreinwagens. Soms maak ik zelfs net zo’n gilletje…Onderweg hopend dat ik veel sterren weet te grijpen voor onschendbaarheid…. De finish is in zicht. We made it! Op naar het volgende level!

Over Eline

Zodra Eline aan haar studie begon, was ze vooral tijdens vakanties te vinden in de dierentuin. In 2010 werd het dan ook de hoogste tijd om een keer in het écht wild te spotten. In Zuid-Afrika nog wel. En vanaf dat moment raakte ze verslaafd. In elk jaar dat volgde, ging Eline er weer naartoe op vakantie. In 2014 woonde en werkte ze er zelfs een aantal maanden. Door omstandigheden is ze er daarna drie jaar niet geweest, maar nu heeft ze het jaarlijkse terugkeren weer ingezet!

Om haar dierenverslaving te bekostigen, werkt Eline op een virologisch laboratorium voor dierziektes.

Specialisten Zuid-Afrika

Meer Zuid-Afrika.nl