Spannende ontmoetingen op de snelweg
In Zuid-Arika is geen dag hetzelfde. Je weet vandaag niet wat er morgen op de stoep staat. Elke dag is een avontuur, en plannen is hier niet echt te doen. Om maar een paar voorbeelden te geven…
Onderweg vanaf het heerlijke Menlyn, ons favoriete winkelcentrum, gaat het op de snelweg ineens een beetje anders dan anders. Mijn auto doet raar. Alle lampjes gaan aan, de auto lijkt geen power meer te hebben.
In Nederland ben ik weleens bestempeld als een drager van een angst, met paniekstoornis en al, maar in dit soort situaties blijf ik altijd extreem kalm. Ik vraag me af wat het kan zijn, en bedenk me dat het het beste is om gewoon even met het thuisfront te overleggen. Even bellen met manlief.
Hij geeft me een aantal tips. Eerste tip: even wachten, even afkoelen en zo weer proberen te starten. We hebben hier geen ANWB, geen wegenwacht. Er bestaat wel zoiets, maar dat schijnt altijd heel erg lang te duren. Ik hoef bovendien niet meer zo heel ver. Zodra ik van de snelweg af ben, ben ik in de buurt van huis. Vanaf daar komt het zeker goed. Dat weet ik!
Alle spookverhalen die we inmiddels gehoord hebben van overvallen langs de snelweg, carjacking en dat soort dingen, veeg ik rustig uit mijn hoofd. Ik bedenk me dat het echt wel goed komt. Dan stopt er ineens een auto naast mij...
Hmm. Ik ken deze meneer niet, maar hij lacht naar me. En maakt een handgebaar, of alles oké is? Ik steek mijn duimpje omhoog, en hij rijdt verder.
Niet lang daarna stopt er weer een auto. Recht voor me. Ik zie dat hier meer mensen in zitten en even, heel even, voel ik een twijfel...
Er stapt een meneer uit en komt naar mijn raam. Een heel kein stukje doe ik het raam open. Het gaat tergend langzaam omlaag en ik kijk met een open blik naar de man naast mijn auto. Mijn blauwe ogen kruisen zijn immens donkere ogen. Blijkbaar werkt mijn glimlach werkt aanstekelijk, want ik krijg een grote glimlach terug.
“Hello m’am, are you okay?”
“Ehm yes, I think so,” antwoord ik extreem zeker.
“Do you need help?”
“Ehm, no. I don’t think so.”
Indringend kijkt hij me aan.
“Are you sure?”
Ik leg uit dat de auto is uitgegaan, en dat ik gebeld heb met het thuisfront. De man vraagt of hij even onder de kap mag kijken, want wellicht kan hij me weer op weg helpen. “Of course you can!” En wat er toen gebeurde was echt geweldig:
Binnen een minuut stonden er acht grote, sterke mannen met hun donkerbruine ogen in mijn auto te turen. Met een grote glimlach en een duimpje omhoog.
“It will be fine m’am.” “We will help you miss.” “Don’t worry, you are safe now.”
De vriendelijkheid die ervan afkwam, de ontspannen sfeer, en gewoon acht van die mooie grote mannen om mijn auto maakten me helemaal relaxed!
Niet snel daarna stopte er nog een auto. Duidelijk een bekende van één van deze mannen. “Hello m’am, how are you?” Ehm, ja goed denk ik, maar ook voel ik me een beetje onzeker. Dat wordt opgemerkt. Al snel wordt er een startkabel uit de tweede auto gehaald, wordt er gevraagd of ik de auto opnieuw wil starten, gaat mijn klep weer naar beneden. Eén voor één proppen de mannen zich weer in de auto. Ze zwaaien. Een vriendelijke glimlach, duimpje omhoog.
De man die als eerste bij mijn raampje vraagt, “M’am how far do you have to go?”
“Not that far, about ten kilometers on the highway, and then fifteen more till home.”
Hij vraagt of ik het prettig vind als ze in elk geval tot de afrit achter me aan rijden? Het is overigens niet fijn om als vrouw langs de weg stil te staan, zegt hij. “You never know.”
Met een glimlach zeg ik dat ik dat een goed idee vind, en dat ik ze heel erg dankbaar ben. Dankbaar voor het feit dat ze me geholpen hebben, en nog dankbaarder voor het feit dat ze me hebben laten zien dat het echt niet eng is om stil te komen te staan. Tuurlijk zijn er rotte appels, en die zijn overal. Wat ben ik blij dat deze mannen stopten om me te helpen, zodat ik veilig thuis kon komen.
Eenmaal thuis was ik natuurlijk compleet vergeten om nog even te bellen of te appen, dus enigszins verrast keek mijn familie me aan. “De accu is op z’n eind, die moet vervangen worden, maar ik ben veilig thuis.”
Home sweet home. Tijd om nog even de auto uit te laden, want oooja, ik was wezen shoppen!
Over Mirjam
Na jarenlang gewerkt te hebben in de racewereld, besloot Mirjam een ander pad in te slaan. Samen met haar man Paul en kinderen Zoë (14), Perrin (10) en Maylin (9) liet ze het koude Nijmegen achter zich en emigreerde ze naar de warmte van Zuid-Afrika.
Met een ‘accompanying spouce visa’ mag Mirjam in Zuid-Afrika wonen. Dit houdt in dat ze zich voornamelijk bezighoudt met de zorg voor haar kinderen terwijl Paul aan het werk is. Maar Mirjam is een bezig bijtje. Om haarzelf nuttig te maken en haar creativiteit tot uiting te brengen, draagt ze regelmatig haar steentje bij in de community en schrijft Mirjam over haar ervaringen in Zuid-Afrika. Zo hoopt ze de wereld nog een beetje mooier te maken.