Vuile taal
Het is nu alweer acht jaar geleden dat we naar Zuid-Afrika verhuisd zijn en ik weet nog dat ik aanvankelijk een van de grootste obstakels de Afrikaanse taal vond. Met veel oefenen leer je de taal beheersen, maar juist door de overeenkomst met het Nederlands kleun je vaak mis. Door veel de TV en radio te volgen, breid ik m’n woordenschat uit. Natuurlijk is een Afrikaans boek lezen ook een uitstekend idee. Ik heb inmiddels veel Afrikaanse boeken gelezen, maar echt ontspannen is dat nooit geworden. Daar waar ik een Engels boek net zo makkelijk lees als een Nederlands boek, blijft het Afrikaans me verrassen. Het is moeilijk met je ogen te lezen, sommige woorden moet je echt hardop lezen om te snappen waar het overgaat. Niet iets om lekker mee in te slapen dus. Toch heb ik doorgezet en heb de Afrikaanse literatuur leren waarderen.
Maar ik wil na al die jaren toch iets bekennen. Hoewel ik echt mooie Afrikaanse boeken ben tegengekomen, merk ik dat het in het algemeen wel erg braaf en zelfs bijna wollig is in het taalgebruik. Nergens een onvertogen woord, nergens iemand die al vloekend uit z’n slof schiet. Begrijp me goed, ik ga niet vloekend en scheldend door het leven en zoek dat ook niet in de boeken die ik lees, maar nergens een onwelvoeglijk woord lijkt toch een beetje tegen natuurlijk.
Nu ben ik van de week naar het plaatselijke Breytenbach festival geweest waar veel schrijvers hun werken bekend stellen en daar een praatje bij geven. Echt heel erg leuk. Geheel toevallig kom ik terecht bij een lezing van Petrovna Metelerkamp die er haar levenswerk van gemaakt heeft om aan de hand van brieven van bekende schrijvers de persoon achter de boeken te ontdekken. Zij wordt geroemd om haar boek over de dichteres Ingrid Jonker. “De Beste biografie over Ingrid Jonker” is de recensie hier. Ze vertelt vol vuur hoe ze over een oerdegelijke schrijver door zijn brieven aan zijn broer tot de ontdekking kwam dat de man een passionele verhouding had met een danseres in Parijs, terwijl zijn echtgenote en kinderen in Zuid-Afrika hier nooit weet van gehad hebben.
Haar best verkochte boek is dat over de zoetsappige schrijfster Audrey Blignault die beroemd en geliefd was om haar brave essays. Uit de brieven die zij schreef kwam een heel andere persoonlijkheid te voorschijn: direct, schaamteloos en eerlijk. Audrey bleek een talent te hebben om te schrijven wat ze denkt en schuwt daarbij een vloekwoord of rake beschrijving niet.
Petrovna stuurt voor publicatie, zoals afgesproken, het script ter goedkeuring toe aan Audrey, maar krijgt geen reactie. Ze maakt een afspraak en bezoekt de schrijfster die haar hartelijk ontvangt. Ze vraagt of ze het boek mag publiceren en Audrey antwoordt: “ Ja natuurlijk dat was toch afgesproken. Kom trek je jas aan we gaan lekker ergens eten”
Petrovna’s buurvrouw, een domineesvrouw, kan niet wachten tot het boek uitkomt want Audrey Blignaut, waarvan vaak korte verhaaltjes in haar damesblad geplubliceerd worden, is haar favoriete auteur. De dag na publicatie komt ze een exemplaar halen en Petrovna waarschuwt nog dat de Audrey in het boek heel anders is dan ze waarschijnlijk denkt. De volgende morgen komt de vrouw van de dominee met bloeddoorlopen ogen even bij haar op de koffie. Ze vertelt dat ze de hele nacht met het boek bezig geweest is. “Ach,” zegt Petrovna , “wat fijn dat je het zo mooi vond dat je het in een keer uitlas.” “Nee, nee,” zegt de domineesvrouw, “ik ben bezig geweest om alle ongepaste taal eruit te tipexen. Vanavond kan ik beginnen om het lezen!”