Het is altijd leuk om toeristen op het verkeerde been te zetten door ze te vragen wat de hoofdstad van Zuid-Afrika is. Al sinds 1910 heeft Zuid-Afrika 3 hoofdsteden; Pretoria de administratieve hoofdstad, Bloemfontein de juridische hoofdstad en Kaapstad de wetgevende hoofdstad. Je kunt je voorstellen dat in een groot land als Zuid-Afrika een systeem met 3 hoofdsteden logistiek nogal wat problemen met zich meebrengt. Vooral vroeger toen het vliegtuig nog geen gangbaar vervoermiddel was moet dit een heel gedoe geweest zijn.
Dit laat me denken aan de handgeschreven aantekeningen van Wietz van der Westhuizen die ik een tijd geleden kreeg. Wietz werd door de Gouverneursvrouw Jansen in 1952 in dienst genomen om haar huishouden te bestieren. Als haar man Dokter Ernest Jansen op 25 november 1959 sterft blijft hij in dienst van de Unie van Zuid-Afrika. De volgende gouverneur Charles Swart wordt met het uitroepen van de republiek van Zuid-Afrika de eerste staatspresident. Meneer Van der Westhuizen is vervolgens hoofd van de huishouding onder alle staatspresidenten tot aan Nelson Mandela toe.
In zijn grappig geschreven aantekeningen beschrijft hij het reilen en zeilen van de huishouding van de verschillende presidenten en hun (soms lastige) vrouwen. Hij beschrijft ook hoe het zijn verantwoordelijkheid was om de spullen in te pakken voor de verhuizingen tussen Pretoria, Bloemfontein en Kaapstad.
Meneer Van de Westhuizen schrijft: 'de verhuizing van het ene huis naar het ander was een heel karwei. De regering had slechts één set spullen ter beschikking gesteld dat in alle huizen gebruikt moest doen. We hadden achttien grote zwarte kisten en twintig gevlochten manden waarin onder mijn toezicht het servies, tafelzilver en het linnengoed verpakt werd. Ik moest er voor zorgen dat er niets uit de woning vergeten werd. Verder hadden we nog een heleboel zwarte kisten met dossiers uit de presidentiële kantoren. Meestal besprak ik bij de Zuid-Afrikaanse spoorwegen 3 wagons om de spullen te vervoeren. Per wagon huurde ik 8 arbeiders om het de kisten en manden in- en uit te laden. Als het parlement voor een maand vakantie sloot ging het staatshoofd met z'n gezin voor vakantie naar Durban. De huishoudelijke staf reisde dan mee in een eigen wagon met restauratiewagen. Het was voor mij de heerlijkste tijd van het jaar om na al dat inpakken en vaak nog grote onthalen en banketten even rust te krijgen."
Wietz beschrijft ook die keer dat het staatshoofd voor 3 weken neerstrijkt in Bloemfontein en van de gelegen gebruik maakt om een tuinfeest(je) te geven voor 2400 mensen. Hij moet, als hoofd van de huishouding, dan improviseren om genoeg personeel te hebben om de gasten van hapjes en drankjes te voorzien. De Hogere Meisjes School Oranje biedt uitkomst, een groot aantal leerlingen komt helpen. Een van de meisjes is zo verschrikkelijk nerveus dat Wietz het met haar te doen heeft. Hij gaat naar haar toe en zegt: 'Waarom ben je zo zenuwachtig?' Het meisje antwoord: 'ik ben zo bang dat ik iets fout doe.' 'Ach,' zegt Wietz, 'daar hoef jij niet nerveus over te zijn, ik ben degene die daarvoor op z'n kop krijgt. Weet je, lieve kind, je moet maar zo denken, jij hebt niks te verliezen jouw vader is immers een rijke schapenboer!' Het meisje slikt en zegt met een blos op haar wangen: 'maar meneer weet zeker niet dat het bij ons op de boerderij zo droog is dat de schapen zonnebrillen moeten dragen en op hun knieën moet rondkruipen om wat grassprieten te kunnen vinden!'
Wat mij als Nederlandse erg aanspreekt is het verslag over het bezoek van Prins Bernard der Nederlanden aan het Gouverneurspaar in de jaren 50.
'In die tijd huisden we in Pretoria en ik had 4 kelners gekregen van de spoorwegen om me te helpen. Het gezelschap van de Prins bestond uit 12 mensen in totaal. De eerste ochtend bij het ontbijt zaten we meteen met een groot probleem. Het is voor ons niet altijd makkelijk om hun Nederlands te verstaan. Prins Bernhard vroeg om een spiegelei bij zijn ontbijt. Wij hadden geen idee wat hij bedoelde. Het heeft me heel wat tijd en telefoontjes gekost om uit vinden wat een spiegelei is.'
Zuid-Afrikaans spreekwoord:
Die eier wil slimmer wees als die hen - Alles beter weten.