De meest swingende en kleurrijke traditie in de Kaap is de Kaapse Klopse of Cape Minstrel Festival, een echt volksfeest dat op 2 januari gevierd wordt. Op die dagen trekken grote groepen mensen vaak van buurten of sportclubs in fel gekleurde kleding dansend door de straten van Kaapstad waarbij ze hun nieuwe klopse liederen zingen.
De oorsprong van dit vrolijke feest stamt uit de tijd van de slavernij. In die tijd hadden slaven slechts één gemeenschappelijke vrije dag en dat was 2 januari. Op 1 januari immers moesten ze werken omdat hun meesters dan gasten ontvingen die nieuwjaar kwamen wensen. De dag na nieuwjaar werd al snel " tweede nuwe jaar" genoemd en de slaven liepen zingend door de straten om hun vrienden te bezoeken. Al gauw ontstond er een soort van bijeenkomst waarbij slaven elkaar vermaakten met hun liederen en dans. Ze grepen de kans om hun gezichten wit te verven en middels parodien hun meesters belachelijk te maken. Dit was zo'n vermakelijke bijeenkomst dat het ook de aandacht trok van de kinderen van de slavenbezitters. Ondanks dat de slaven hun gezichten hadden beschilderd waren ze voor deze pottenkijkers nog steeds goed herkenbaar aan hun kleding. Geld voor andere kleding hadden ze niet en losten dat probleem op door gekleurde lappen aan hun kleding te bevestigen.
In 1863 arriveert het schip de Alabama in de haven van Kaapstad en haar kapitein en bemanning worden als helden ontvangen voor hun aandeel in de Amerikaanse burgeroorlog. Het lied " daar kom die Alabama" wordt tot op de dag van vandaag tijdens de Kaapse Klopse gezongen. In de jaren na de komst van de Alabama ontstaat langzaam maar zeker de traditie van een heus volksfeest dat uitbundig gevierd wordt. Als de toonaangevende krant " Cape Argus" in 1906 een trofee ter beschikking stelt voor de winnaar van dit festival klimt dit feest hoog op de agenda van de Kapenaars. Afgelopen jaar trokken bijna 13.000 Minstrels door de straten van Kaapstad en de uitgave per groep voor kleding, vervoer, instrumenten en zaalhuur kunnen wel oplopen tot € 20.000!
Grappig is ook dat 2 januari in Kaapstad een officiële vrije dag is, iets wat niet geldt voor de rest van het land. Nu is het hier in Zuid-Afrika zo geregeld dat als een landelijke feestdag op zondag valt dan wordt dat gecompenseerd door de eerst volgende werkdag een vrije dag te geven. In 2011 viel 2 januari op een zondag en kon de stoet van de Kaapse Klopse, door kerkbezoek, geen doorgang vinden. Maar, zo redeneerden de organisatoren, dat was geen probleem want in dat geval zou het Cape Minstrel Festival op 3 januari gelopen kunnen worden. Het stadsbestuur van Kaapstad zag het niet zitten om het verkeer in de binnenstad af te zetten op de eerste werkdag van dit nieuwe jaar. Bovendien was die compensatieregel alleen van toepassing op landelijke feestdagen en dus niet van toepassing op The Cape Minstrel Festival. Het organiserend komitee vroeg vergunning aan om een protestmars te organiseren tegen dit besluit. Het stadsbestuur gaf hiervoor toestemming en pas toen het veel te laat was besefte men op het gemeentehuis dat de jaarlijkse swingende optocht door de straten gewoon gelopen werd!
Zuid-Afrikaanse zegwijze:
"Ons verf die stad rooi!" - We zetten de bloemetjes buiten!