Column 24 | Februari 2007
Omringd door de suikervelden en heuvels van Zululand. Een aromatherapeutisch stoombad. Afkoelen in een riant zwembad. Vlakbij het strand. Je eigen t-shirt schilderen. Hostel Inyezane in Gingindlovu, Zululand, klinkt haast te mooi om waar te zijn.
De Coast to Coast, het boekje met alle BazBus-hostels, is lyrisch over deze 'alternatieve' plek. 'Een van onze favorieten', zo valt er zelfs te lezen in het paarse handboekje.
Verheugd sta ik dan ook op een dag bij ze op de stoep. Terwijl de BazBus wegrijdt, loop ik naar binnen. Niemand. Vanachter een hutje komt een vrouw tevoorschijn. Breed glimlachend begroet ze me. Verbaasd vraag ik haar waar iedereen is. 'We hebben wat slechte publiciteit gehad', legt ze uit. Als ik vraag waarom, haalt ze haar schouders op. 'Geen idee'.
Kakkerlakken
Mij wordt wel snel duidelijk waarom niet iedereen deze plek kan waarderen. Tussen het metershoge gras ontdek ik het 'aromatherapeutisch stoombad', een vieze piepkleine ruimte met daarin een houten bankje. Het 'zwembad' is een badkuip, met daarin een dikke laag drap van gras, modder en insecten. Het ziet er niet erg uitnodigend uit.
Als ik mijn spullen even later in mijn slaapkamer zet, krioelt het van de kakkerlakken. Een dikke stoflaag ligt op het beddengoed. Dan maar naar het toilet. Als ik door wil trekken, valt de hele bovenconstructie uit elkaar. Een dode hagedis drijft in het waterbassin boven de bruine toiletpot. Als ik mijn handen was, valt er een kikker vanuit de kraan op mijn handen. Verschrikt werp ik het glibberige beestje van mij af.
Vast
Ik wil hier weg. En wel zo snel mogelijk. Maar helaas gaat dat niet zo makkelijk. Het toeval wil dat de BazBus hier niet elke dag stopt. De eerste gelegenheid is pas over vier dagen. Mijn enige optie is de streekbus naar Durban, maar dat lijkt me bij nader inzien geen goed plan. Ik heb maar liefst drie tassen bij me, overwegend gevuld met souveniers van mijn groepsreis. Die overleven nooit heelhuids de overvolle Zuid-Afrikaanse bussen.
Ik zit vast. Geweldig. Het liedje 'Hotel California' van 'The Eagles' spookt door mijn hoofd. 'You can check out everytime you want, but you can't never leave'. Ik heb het gehad. Al wekenlang heb ik de voorkeur voor de 'verkeerde' hostels. Op de een of andere manier kies ik er telkens eentje uit waar bijna niemand is. Waarschijnlijk omdat het toeristisch seizoen afgelopen is. Of heb ik gewoon pech?
Uitgewoond
Even later hoor ik een klop op mijn deur. Het is Mark, de eigenaar van het hostel. Hij verontschuldigt zich voor de smerigheid. Acht maanden geleden liet hij dit hostel achter bij de vrouw, een inwoonster van Gingindlovu en haar vriend, zo vertelt hij mij.
Mark, kleinzoon van een Finse missionaris, bezocht zijn vrouw en kinderen, die in Frankrijk wonen. Toen hij vorige week terugkwam, bleek het hele hostel compleet uitgewoond.
Ik besluit er maar het beste van de te maken. Overdag reis ik met de lokale mini-busjes naar Eshowe, de dichtstbijzijnde stad. Deze historische plaats is bekend om zijn veldslagen tussen de Britten en de Zulu's. Ik bezoek de slagvelden, monumenten en het nationale museum van Zululand. 's Avonds kook ik mijn eten op een plakkerig fornuis en lees mijn boek.
Na dagen van minibusjes, lezen, eten en slapen staat eindelijk de BazBus voor de deur. Opgelucht pak ik mijn spullen bij elkaar. Op de veranda eten de 'huispapagaai' en de kat gezamenlijk hun middageten. Mark tikt me op de schouder. Of ik tegen andere reizigers wil zeggen dat ze naar dit hostel moeten komen. Mogen ze voor niks blijven slapen. Anders is het zo stil. Bij dezen. Sterkte.
Marijn