Biltong
Biltong is een specialiteit met een bijzonder verhaal. Het is een snack van gedroogd vlees met kruiden, die geïntroduceerd is door de Nederlanders toen zij aankwamen in de Kaap. Meestal is het gedroogd rundvlees, maar soms ook struisvogel en er is ook een hertenvariant voor de liefhebber.
In de tijd van de Grote Trek had men voedsel nodig dat lang houdbaar was, aangezien men nog geen vriezers of koelkasten kende en het dus moeilijk was om eten te conserveren. Wij Nederlanders hadden daar echter een slim trucje voor bedacht: het vlees cureren en drogen. Het vlees werd gedroogd door het in dunne reepjes te snijden, te zouten en vervolgens onders het paardrijzadel te leggen. Hierdoor werd het beschermd tegen insecten en bedierf het veel minder snel.
De naam biltong komt ook oorspronkelijk uit het Nederlands. 'Bil' staat voor de plek van het dier waar het vlees vandaan komt en 'tong' staat voor de vorm van de snack. Het is overigens een tijdrovende klus om zelf biltong te maken. Het duurt namelijk zes dagen voordat het vlees goed gedroogd is.
Waterblommetjie bredie
Dit is een maagvullende eenpansmaaltijd met groente en vlees dat zoetzuur bereid wordt met amandelen, rozijnen en abrikozen. En natuurlijk met waterblommetjies! Dit is een speciaal soort waterlelie die alleen in de winter in de Kaapprovincies groeit.
Boerewors
Wat voor Nederlanders een zoute haring is, is voor de Zuid-Afrikanen boerewors. Deze kruidige worst werd door de Duitsers (wie anders…) geïntroduceerd, maar is in de loop der tijd behoorlijk pittig geworden. De 'boerie' wordt volgens de traditie gemaakt van rund- en varkensvlees, knoflook, korianderzaadjes, kruidnagelen en nootmuskaat. Geen braai zonder boerewors en wanneer het vet op het houtskool drupt, weet je dat de worst gaar is.
Mieliepap
Mieliepap is een populair gerecht uit de Bantu-keuken. Dit is een maïspap dat tegenwoordig overal in Zuid-Afrika wordt gegeten. Meestal als voedzaam en goedkoop ontbijt, maar deze pap wordt ook geserveerd bij groente- en vleesgerechten.
Potjiekos
Potjiekos is geen gerecht, maar een typisch Zuid-Afrikaanse manier van bereiden. Men neemt een gietijzeren stoofpot op drie poten en plaatst het boven een houtvuur. Wat je er dan instopt maakt niet uit, maar let wel op de volgorde. Kook je groente en vlees: eerst de groente en dan het vlees. En je mag niet roeren want een potjiekos wordt in lagen gekookt. Deze kookwijze komt oorspronkelijk van de Portugese ontdekkingsreizigers die tijdens hun tochten scheepspotten op bijna dezelfde manier gebruikten.
Vroeger was dit een vorm van overlevingskoken, maar tegenwoordig is potjiekos een gezelligheidsmaaltijd: je nodigt vrienden en familie uit, je gaat rond een open vuur zitten. Je voorziet iedereen van drankjes en snacks en dan zet je potjie met ingrediënten op het houtvuur om hem zachtjes gedurende een paar uur te laten sudderen.
Koeksister
In Zuid-Afrika zeggen ze: 'Nageregte moet sorg vir 'n gevoel van genoegdoening en nie van oordaad nie!' Dus eet niet te veel van een overheerlijke koeksister. Dit nagerecht dat iets weg heeft van een donut wordt gemaakt van gefrituurd deeg dat vervolgens in suikerstroop en citroensap wordt gekookt. Het resultaat is een knapperig, kleverige koek die absoluut naar meer smaakt!