"Laat mij maar rekenen, de emotionele kant is niets voor mij"
Nederlander Marcel Hoogebeen geeft leiding aan een opvangtehuis voor kinderen in Kaapstad, maar schuift de menselijke kant van het tehuis bewust aan de kant.
Het St. Francis Childrens Home, een opvangtehuis voor kinderen, bestaat al sinds 1919. Sinds anderhalf jaar ligt het lot van het tehuis in handen van Marcel Hoogebeen, een vastgoedmagnaat die in 1996 vanuit Nederland naar Zuid-Afrika emigreerde.
Hij wordt vaak beschreven als duizendpoot: naast zijn succesvolle makelaarsbedrijf ImmoVest is hij ook voorzitter van het St. Francis Childrens Home en penningmeester bij Christine Revell Childrens Home, een vergelijkbaar project in Kaapstad.
Het meest trots is hij duidelijk op het St. Francis Childrens Home. "Toen ik hier net kwam kijken, was het een chaos. De huizen voor de kinderen waren hoognodig aan een opknapbeurt toe: het water liep langs de muren, om over de vieze badkamers maar niet te spreken. Bovendien waren hier bijna geen voorzieningen. De tuin lag er verwaarloosd bij, het zwembad was vies en oud. Sinds ik hier de spreekwoordelijke touwtjes in handen heb, is dat allemaal veranderd en daar ben ik best trots op."
De man met het kasboekje
"Ik heb het geluk dat ik me bezig houd met de financiele kant van het verhaal. Ik regel de donaties, de subsidie die we krijgen van de gemeente en ga zo maar door. Uiteindelijk is dat ook het belangrijkste, want zonder geld geen tehuis. Daarnaast is het ook belangrijk dat we elk jaar winst maken of in ieder geval quite draaien, zodat we kunnen blijven bestaan. Daar ben ik verantwoordelijk voor."
Zo verantwoordelijk als hij zich voelt voor de omzet van het tehuis, zoveel afstand neemt hij van de persoonlijke verhalen.
"Kijk, ik kom natuurlijk uit de makelaarswereld. Ik weet simpelweg het meest van geld en hoe je daar winst mee kunt maken. Het begint allemaal bij een goede administratie en een georganiseerd kasboekje. Als ik me dan ook nog druk zou maken over de kinderen blijf ik bezig. Het runnen van zo'n tehuis is al lastig genoeg met de Afrikaanse werkethos die niet te vergelijken is met de Nederlandse manier van werken."
Of hij niet het menselijke aspect uit het oog verliest door zich alleen te focussen op het zakelijke aspect? "Wel nee, natuurlijk niet. Het menselijke aspect is gewoon niets voor mij. Ik ben een zakenman en zal dat altijd blijven. Het tehuis is voor mij eigenlijk een gewone onderneming: er zijn mensen in dienst en er moet winst gemaakt worden, net als in elk ander bedrijf. Elke twee weken spreek ik iedereen, en dan ben ik weer op de hoogte van de stand van zaken. Veel vaker kan ik hier ook niet zijn, ik moet mijn tijd zo efficiënt mogelijk verdelen."
Hij kijkt regelmatig zenuwachtig op zijn BlackBerry. "Je moet nu niet denken dat ik een hart van steen heb. Zo hebben we hier ook een klusjesman, een geweldige kerel, die ik eigenlijk niet kan ontslaan. Zou het heel graag willen, want hij komt werken zonder gereedschap en prutst maar wat, maar hij is inmiddels ook al aardig op leeftijd. Als ik hem nu zou ontslaan, weet ik dat hij nergens anders meer wordt aangenomen en daardoor in de problemen komt. Dus laat ik hem hier maar werken."
Het tehuis als opstapje
Tijdens de rondleiding blijft Hoogebeen succesverhalen vertellen. Niet over de kinderen, maar over de donaties. "Met geld van de Rotary Club hier uit Kaapstad hebben we nieuwe badkamers kunnen aanleggen voor de jongens. En de nieuwe picknicktafels in de tuin? Die komen van een particulier die ons wilde helpen." De kinderen rennen om ons heen tijdens de rondleiding en trekken aan zijn broek: de zakenman lijkt zich er niet om te bekommeren.
"Het is de bedoeling dat de kinderen hier zo snel mogelijk weer weg zijn. Natuurlijk, je hebt de moeilijke gevallen en als ze niet weg kunnen mogen ze heus wel blijven. Maar ze moeten wel leren dat dit een opvangtehuis is: ze zullen ooit op eigen benen moeten gaan staan en ik zie het tehuis meer als opstapje. Ze gaan hier allemaal naar school en worden gesteund in wat ze willen doen. Zo hebben we hier een jongen zitten die ontzettend goed kan koken: geweldig! Laat hem zijn geluk maar beproeven buiten deze vertrouwde muren."
Na de rondleiding wil ik hem eigenlijk nog duizenden vragen stellen en hem confronteren met zijn ijzige aanpak, maar dat lukt bij hem niet. Zo veel als hij praat over de financiële kant van het verhaal, zo weinig interesse heeft hij in de emotionele kant van het verhaal. Hij laat de indruk achter van keiharde zakenman die goed probeert te doen, maar meer op zijn plek is achter een riant bureau als makelaar.
Tijd om hem hiermee te confronteren is er niet: de duizendpoot heeft een 'businessmeeting' in het centrum van Kaapstad en is eigenlijk al te laat.
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met het Beyond Your World programma van LokaalMondiaal.